:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.culy.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F06%2FPindasaus_maken.jpg)
Bij de frietkraam, de barbecue of een bord nasi goreng: in Nederland is pindasaus of satésaus nooit ver weg. Maar wat is nu precies het verschil tussen die twee? “In mijn Indische familie is het not done om pindasaus te eten bij de saté, maar satésaus. En dan niet eroverheen, maar ernaast, om de smaak van de saté niet te overschaduwen.”, vertelt Culy’s hoofdredacteur Nancy. Herkenbaar. Terwijl: pindasaus is in Nederland bijna net zo ingeburgerd als de kroket. Maar waarin verschilt het van satésaus?
We leggen ’t je uit.
Het verschil tussen pindasaus en satésaus
Wat is pindasaus?
Pindasaus is simpel gezegd een saus op basis van pinda’s. In Indonesië – waar het zijn oorsprong vindt – wordt het saus kacang genoemd, en wordt het traditioneel gemaakt van geroosterde, gemalen pinda’s. Die worden dan op smaak gebracht met onder meer gula djawa (palmsuiker), tamarinde, knoflook en soms rawit.
In Nederland maken we het vaak iets sneller en simpeler: met pindakaas, kokosmelk, ketjap manis, knoflook en sambal. Of gewoon met een potje van Wijko. Daarmee krijg je een rijke, romige saus die lekker is bij gado gado, nasi goreng, saté of – jawel – over je friet. Maar dat laatste is voor sommige Indische mensen dus een beetje pijnlijk: pindasaus wordt dan ineens een soort alleskunner die losgekoppeld raakt van de oorspronkelijke eetcultuur.
En wat is dan satésaus?
In Indonesië bestaan verschillende varianten saté (of satay), de meest gegeten zijn: saté ajam (kip) en saté kambing (geit). In de Hindoeïstische delen van het land, zoals Bali, wordt ook saté babi (varken) gegeten.
Satésaus, dat soms bij de spiesen wordt geserveerd, is eigenlijk een specifieke toepassing van pindasaus: bedoeld om te eten bij saté. Of nou ja… in de oorspronkelijke Indonesische keuken giet je helemaal geen saus over je saté. De stokjes worden meestal gemarineerd én gelakt tijdens het grillen, en hooguit geserveerd met een saus ernaast.
In wezen valt onder satésaus alle sauzen die je met saté kunt eten. Dus niet alleen die gemaakt van pinda’s, maar bijvoorbeeld de ketjapsaus die met saté kambing (saté van geitenvlees) wordt geserveerd.
Die Nederlandse gewoonte van grote stukken varkenshaas of kipfilet op een spies overgieten met dikke satésaus: dat komt niet voor in de Indonesische keuken. Kijk maar eens naar dit ultieme recept voor Indonesische saté ayam.
Welke saus eet je wanneer?
- Bij saté: een subtiele saus, liefst apart geserveerd.
- Bij gado gado, nasi of snacks: gebruik een rijkere pindasaus met kokosmelk en sambal.
- Bij friet of een patatje oorlog: ver van de oorsprong, maar dat maakt het niet minder lekker.
Meer lezen over pindasaus?
(Except for the headline, this story has not been edited by PostX News and is published from a syndicated feed.)